Boeren InsectenMonitoring Agrarische Gebieden (BIMAG)

Sinds 2019 tellen boeren vlinders en insecten op hun bedrijf. Dit is een initiatief van BoerenNatuur, LTO Noord en de Vlinderstichting. Gezamenlijk hebben ze het monitoringsprogramma ontwikkeld om vlinders en insecten in het agrarisch gebied te monitoren, dit meetnet heet het Boeren Insectenmonitoring Agrarische Gebieden (BIMAG). In 2019 deden bij de start 21 boeren mee. Elk jaar stijgt het aantal boeren die vlinders tellen op hun bedrijf. In 2024 waren er meer dan 150 deelnemers.

Beeld: BoerenNatuur - Dagpauwoog
Beeld: BoerenNatuur - Dagpauwoog

Prachtpurperuiltje, goudvenstertje en de spaanse vlag

Met BIMAG project wordt voor het eerst in het agrarisch gebied samen met boeren dag- en nachtvlinders geteld. In 2022 zijn meer dan 18000 nachtvlinders waarvan bijna 400 verschillende soorten geteld. De 29 deelnemers die ook dagvlinders tellen hebben gezamenlijk 4900 exemplaren gevonden; 31 soorten. Veel getelde soorten zijn de huismoeder, gewone grasuil en witte tijger. Bijzondere vangsten zijn prachtpurperuiltje, goudvenstertje en de spaanse vlag. Bekijk de infographic van 2021 of de brochure van het jaar 2020 of de resultaten van 2023. [URL’s toevoegen] Boeren werken met BIMAG mee aan meerjarig onderzoek naar insectenstanden in landbouwgebieden. Daarnaast wordt door het zelf uitvoeren van metingen het perspectief van de boer meegenomen in biodiversteitsherstel.

Welke insectensoorten meten boeren?

Agrarische deelnemers meten zelf of met hulp van een vrijwilliger. Er worden twee insectensoortgroepen gemeten:

  • Dagvlinders worden via een telroute geteld. Een telroute is maximaal een kilometer lang, een telling duurt ongeveer een kwartier. De route wordt eens per week gelopen conform het meetnet vlinders.
  • Nachtvlinders worden via een LedEmmer geteld. Er worden minimaal eens per twee weken drie LedEmmers geplaatst. In de ochtend, wanneer de vlinders nog stil zitten, wordt elke indivuele nachtvlinder gefotografeerd. De foto’s worden naar De Vlinderstichting gestuurd die ze op naam brengt en telt. De methodiek van het meetnet nachtvlinders wordt hier verder bij aangehouden.