Binnen het werkgebied van de Waadrâne zijn vele vogelakkers. De vogelakker is een afwisseling van eiwitstroken (zoals rode klaver) met daarin stroken met andere gewassen. Te denken valt dan aan diverse soorten granen en akkerbloemen (zoals de klaproos en korenbloem). Door de afwisseling van diverse vegetatie en aangepast beheer (o.a. uitgestelde maaidatum van de eiwitstroken na 1 juni) ontstaan er mogelijkheden voor diverse soorten akkervogels om te broeden en om hun jongen groot te brengen. De vogelakkers vormen ook een uitstekend biotoop voor o.a. reeën, hazen en fazanten. Vogeltellers monitoren de vogelakkers en tellen de akkervogels waarbij ze ook alert zijn op de aanwezigheid van reeën en fazanten. Voordat de eiwitstroken worden gemaaid wordt het perceel gescand met een drone op de aanwezigheid van o.a. nesten, jonge reeën en hazen. Dit om zoveel mogelijk maaislachtoffers te voorkomen.
Voor het zoeken van nesten, reekalveren en jonge hazen wordt gebruik gemaakt van een drone die is uitgerust met een warmtebeeld camera. De drone vliegt automatisch de vooraf ingevoerde percelen af. Voor een zo optimaal mogelijk resultaat wordt ‘s morgens vroeg gevlogen dit omdat dan het verschil in temperatuur van de bodem en het dier het grootst is. De drone vliegt op een hoogte van circa 40 meter met een snelheid van 5 meter per seconde (18 km per uur). Na het vinden van een nest of jonge reeën/hazen in de eiwitstroken wordt op aanwijzing van de dronepiloot een helper naar de vindplaats gedirigeerd. De helper markeert de vindplaats zodat de boer of loonwerker ruim om de vindplaats heen kan maaien. Als in een perceel veel nesten en/of jonge reeën en hazen worden gevonden wordt in sommige gevallen, in overleg met de boer, besloten het maaien helemaal uit te stellen.
De drone met warmtebeeld camera is een efficiënt hulpmiddel om snel en effectief een perceel af te zoeken. Het vergt een goede communicatie tussen vogelteller, boer/loonwerker en dronepiloot. Een goede afstemming is van belang omdat direct na de drone inspectie gemaaid moet worden. Jonge reeën bijvoorbeeld drinken regelmatig bij de reegeit en lopen dan een stukje met de geit mee om vervolgens weer in de dekking in slaap te vallen. Ze liggen dus niet continu op dezelfde plek. Als er te veel tijd zit tussen het vinden van een reekalf en het maaien kan het kalf weer verplaatst zijn en heeft de drone inzet geen effect gehad. Het afgelopen seizoen zijn door goede communicatie tussen vogeltellers, boer/loonwerker en drone piloot met de inzet van de drone op de vogelakkers vele reekalveren, jonge hazen en nesten van o.a. fazant, bruine kiekendief en eenden gespaard.