Jappie is samen met zijn broer, de derde generatie op het melkveebedrijf in Veenhuizen. Waar zijn grootvader reislustig was en op meerdere plekken woonde, is deze generatie Riedstra inmiddels al een halve eeuw op dezelfde plek geworteld. “We richten ons bedrijf zo in te dat de maatschappij zo weinig mogelijk last van ons heeft”. Jappie wil een eerlijk product verkopen en vindt het belangrijk om maatschappelijk geaccepteerd te blijven door te laten zien wat ze doen: “Wij stellen ons bedrijf open en doen mee aan evenementen, zoals de Campina Boerderijdag. Regelmatig nodigen we mensen uit om een kijkje te komen nemen. Als boer vertel je te weinig je verhaal”. Door dat vaker te doen, groeit het begrip”.
“Toen ik vier jaar was, wist ik al dat ik boer wilde worden”. Jappie is nu 52 en vindt dat hij nog steeds het mooiste beroep van de wereld heeft. “Als ik ’s ochtends vroeg sta te melken en de zon komt op, met de vogels om me heen, voel ik me geweldig”. Natuurlijk zit er ook wel eens iets tegen, maar Jappie blijft altijd positief. “Ik ben maar even sikkeneurig en dan bedenk ik snel hoe ik iets kan oplossen”. Want om zich te laten frustreren, vindt hij het leven te kort.
Zijn motivatie om zich jarenlang in te zetten voor verduurzaming komt voort uit een breed verantwoordelijkheidsgevoel. “Nederland wordt steeds drukker. Woningbouw, infrastructuur, natuur, al die maatschappelijke opgaven komen samen op landbouwgrond. Ik ben bestuurslid geworden om daar een stem in te hebben. Want als je aan de grond van de boer komt, kom je aan zijn ziel, want die grond is zijn bestaansbasis. Maatschappelijke wensen horen betaald te worden door de maatschappij en niet door de boer”, is zijn overtuiging. Wat hem trots maakt, is dat alle Drentse boeren toegang hebben tot agrarisch natuurbeheer. “Dat had ik, toen ik in het bestuur kwam, nooit durven dromen”. Ook niet dat de resultaten ervan zo zichtbaar zijn. Als voorbeeld noemt hij de akkervogels. “Die maatregelen hebben echt een positief effect op de biodiversiteit. Soms zit de kracht al in kleine dingen: een natuurvriendelijke oever of een bloemrijke strook. Iedere boer heeft wel een hoekje grond over waar iets kan”. Ook daarmee kun je heel wat bereiken.
Ook in het dorp Veenhuizen waar Jappie woont, werkt hij actief aan verduurzaming. “We wonen in een prachtig dorp, dat op de werelderfgoedlijst van UNESCO staat, dat precies tussen twee Natura 2000-gebieden in ligt. Als we hier alle maatschappelijke opgaven kunnen oplossen, dan moet het in de rest van Nederland toch ook lukken”? Met zeven collega-boeren startte hij een gebiedsproces om gezamenlijk te kijken hoe ze de stikstof- en wateropgaven konden aanpakken. “Dat leidde tot 60 procent ammoniakreductie. En met steun van ANLb en het waterschap hebben we gras- en akkerranden aangelegd voor meer biodiversiteit. Dat zijn initiatieven waar ik echt enthousiast van word”.
Volgens Jappie liggen de grootste uitdagingen voor melkveehouders in Drenthe bij stikstof en bodemkwaliteit. Met veertien Natura 2000-gebieden is de druk groot, maar veel kan er volgens hem op het eigen erf opgelost worden. “Door goed voor je bodem te zorgen. Met de juiste voeding maak je de bodem weerbaarder, zodat je met minder input hetzelfde resultaat haalt. Wij boeren weten wat stikstof, fosfaat en kalium doen, maar we leerden nooit écht om goed voor de bodem te zorgen. Inmiddels weten we dat minder kunstmest en beter omgaan met mest, niet alleen de bodem helpt, ook de omgeving”.
Naast zijn bedrijf is Jappie actief aan veel landbouwtafels. “Dat doe ik omdat ik geloof in samenwerking. Iedereen, boeren, provincie en natuurorganisaties, zit te veel in zijn eigen bubbel. Ik geloof in het poldermodel. In respectvol omgaan met elkaar, luisteren en elkaar proberen te begrijpen”. Jappie ziet de wereld verharden. “Maar als we oplossingen willen, moeten we elkaar opzoeken. In Drenthe zijn we trots op ons nabuurschap, laten we dat hier ook op toepassen. Als je met een aantal mensen dat bereid is om te veranderen laat zien wat werkt, volgt de rest vanzelf”. Over de toekomst van de Drentse landbouw is Jappie hoopvol. “Ik denk dat we meer richting gemeenschappelijk grondgebruik gaan, net als vroeger bij de Boermarken. Door slim samen te werken, kunnen we samen grote stappen zetten. Grote bedrijven kunnen investeren in techniek, kleinere kunnen meer aan weidegang doen – zo kun je gezamenlijk je doelen halen”.
Na acht jaar bij AND vindt Jappie het tijd om het stokje door te geven. “Ik ga vooral de mensen missen: de collega-bestuurders, de ledenraad, de organisatie. In een bestuur zit je dichter bij het vuur, je weet wat er speelt. Dat zal ik missen. Maar het is goed zo. De jongeren zijn nu aan zet en ik vind dat zij over hun eigen toekomst moeten kunnen beslissen”.
Op er opvolging is voor familiebedrijf Riedstra, is nog niet bekend. Overigens vindt Jappie dat prima. “Iedereen moet zelf kiezen waar hij gelukkig van wordt”. Als het aan Jappie ligt, weet hij wel waar hij gelukkig van wordt. “Elke dag weer ben ik gelukkig met wat ik doen. ’s Morgens tussen de koeien staan, dat is gewoon het mooiste wat er is”.