Nodig dat we met zijn allen, als boerengemeenschap, als collectief samen opstaan en zelf de handschoen oppakken. Want afgelopen zomer kwam het nieuwe Kabinet met de aankondiging dat ze met structureel 500 miljoen euro extra per jaar komen voor agrarisch natuurbeheer. Dat betekent dat we fors meer boeren nodig hebben die mee gaan doen aan onze beweging. Dat betekent ook dat we als collectieven fors aan het werk moeten. Dat hebben we afgelopen zomer ook duidelijk overgebracht tijdens de bezoeken van Tweede Kamerleden aan BoerenNatuur. Dat werkt toch het prettigst. Om ter plekke, in het veld, in gesprek te gaan over de collectieve aanpak, de gebiedsgerichte aanpak, over visie en mee te geven wat we nodig hebben om aan de slag te gaan met de mooie opgave van het Kabinet.
Ik ben in mijn eerste jaar als BoerenNatuur-voorzitter bij alle collectieven op bezoek geweest. In elk gesprek voedt mijn gevoel van hoe zinvol het ANLb is voor natuur, landschap, water, klimaat en de biodiversiteit. Dat de collectieven ongelooflijk veel werk verrichten, samen met de boeren. Het is mooi om te zien hoeveel breder we eigenlijk werken dan alleen het wegzetten van pakketten. En dat we daarmee de verbinding sterker maken tussen landbouw en natuur, tussen voedselproductie en onze cultuurlandschap.
We zitten momenteel in de beweging van groei, we hebben de politiek zowel de coalitie als de oppositie mee. Boeren en collectieven willen graag meer ANLb. Het is een prachtig middel om trends op gebiedsniveau richting positief te kunnen draaien. Dat moeten we ook zien te behouden want om opgaves goed in te kunnen vullen. We moeten denken en starten vanuit het veld en kijken wat kan op een bedrijf en met de partijen om je heen vanuit bottom-up werken.
Vandaag, op een BoerenNatuurdag, vinden we elkaar en delen we onze kennis. Zo kunnen we zorgen dat de beweging nog groter en sterker wordt. Dat lukt alleen als we in verbinding blijven staan met elkaar. Ik ben trots dat ik als voorzitter mag bijdragen aan wat we samen doen.