Home / Actueel / Uncategorized / Tien weten meer dan één: hierom start je een studiegroep en zo pak je het aan

Tien weten meer dan één: hierom start je een studiegroep en zo pak je het aan

Leden met een vraag kun je natuurlijk prima één voor één bedienen. Maar samen met een onderwerp aan de slag is wel zo efficiënt (en gezellig). Bovendien leren leden meer als ze de uitdagingen en oplossingen van collega-boeren bespreken. Water, Land & Dijken organiseert al jaren studiegroepen en vertelt hoe je dat aanpakt.

In een studiegroep gaat een groep boeren aan de slag met een thema of vraag. Een mooie groepsgrootte is 8-12 agrariërs. Om te zorgen dat de studiegroep op ieders netvlies blijft, is het slim om tenminste drie keer per jaar bij elkaar te komen. In een paar jaar kun je dan samen echt de diepte in.

Maar waar begin je? En wat levert het op? Met Grada Kwantes, projectleider bij Water, Land & Dijken, bespreken we het fenomeen studiegroep, stap voor stap.

Stap 1: Hou je ogen open en je oren gespitst 

Vaak ontstaat een studiegroep uit een bepaalde behoefte van een groep leden. Leden die eens iets laten vallen of de telefoon pakken en zo het balletje aan het rollen brengen. Hoor je vaker een bepaald thema terugkeren? Of weet een lid een grotere groep te motiveren? Dan heb je een mooi onderwerp voor een studiegroep te pakken.

Als collectief kun je natuurlijk ook zelf een thema agenderen, bijvoorbeeld omdat je het oppikt bij partners. Zo heeft Water, Land & Dijken studiegroepen rond het thema ‘bodem’ opgestart in samenwerking met het waterschap HHNK. Maar ook met zuivelverwerker CONO, die een eigen Caring Dairy-programma heeft, werken ze regelmatig samen.

De samenwerking met partners is niet alleen zinvol om de financiën rond te krijgen. Thema’s van partners kondigen vaak een bepaalde ontwikkeling aan (zoals: een groeiende aandacht voor waterkwaliteit bij overheden). Het kan dan handig zijn om dit samen met leden op te pakken. Samenwerken zorgt voor het bundelen van kennis en middelen.

Stap 2: Een goed onderwerp is relevant voor alle betrokkenen

Die samenwerking moet natuurlijk niet ten koste gaan van relevantie.

Grada: “Een thema moet boeren voordeel opleveren voor hun bedrijfsvoering en het moet binnen hun eigen invloedsfeer liggen. Wat is dan interessant voor beide partijen? Dat is de zoektocht.” Dat een waterschap graag werkt aan waterkwaliteit is evident. Een gezonde bodem heeft minder mest nodig en houdt water beter vast. Uit een gezonde bodem spoelen minder stoffen uit naar het oppervlaktewater. Werken aan de bodem is daarom goed voor de waterkwaliteit maar kan ook positief uitpakken voor de bedrijfsvoering van een boer.

Hoewel Water, Land & Dijken ook ‘donkergroene’ studiegroepen opzet, zijn vooral onderwerpen als een gezonde bodem, stikstof en kruidenrijk grasland in trek.

Stap 3: Zorg voor de vertaalslag

“Algemeenheden kunnen best inspirerend zijn, maar ik merk dat de vertaalslag naar het eigen bedrijf grote meerwaarde heeft. Als je het erover hebt – over een casus, of hoe anderen het toepassen – dan gaat het leven. Door er actief mee bezig te zijn krijgen deelnemers allerlei haakjes en handreikingen, en zullen ze er zelf ook weer verder over nadenken.”

Water, Land & Dijken werkt voor begeleiding van een studiegroep veel samen met kennisinstituten of onderzoeksbureaus als Louis Bolk of Groeibalans. Die krijgen altijd nadrukkelijk de opdracht om de stap te maken van theorie naar praktijk: door bijvoorbeeld eens een kijkje te nemen op het bedrijf van een deelnemer en te werken met vragen en voorbeelden uit de groep.

Is er voldoende financiering, dan is het zinvol om zelfs bij iedere deelnemer te gaan meten, al dan niet gekoppeld aan een individueel adviesgesprek. “Je steekt de thermometer in een bedrijf: zo staat het ervoor en dit kun je doen. Heel concreet. En als je overal bodemmonsters hebt genomen, dan kun je het er daarna ook weer met elkaar over hebben: wat is nou op al onze bedrijven de gemene deler?”

Stap 4: Creëer de juiste sfeer

En natuurlijk: hoe heb jij dit toegepast, hoe zou je dat oplossen? “De kracht van de studiegroepen is het leren van elkaar. Deelnemers trekken met elkaar op en dan komt ook ter sprake waar men tegenaan loopt”, aldus Grada.

Máár: “Dat vraagt wel om vertrouwen. Sommige studiegroepen zijn vrij algemeen, dan is het niet spannend. Maar als je het bijvoorbeeld over bedrijfsmanagement hebt, dan ben je als deelnemer best kwetsbaar. Mensen moeten zich veilig voelen. Je merkt dat als studiegroepen langer doorlopen, er meer verdieping ontstaat. En we hopen de juiste sfeer neer te zetten: laten zien dat je kwetsbaar mag zijn, dat het bij niemand vanzelf gaat.”

Stap 5: Ontdek dat het helpt! Winst voor het ANLb en de lange termijn

De studiegroepen vergroten op allerlei manieren het bewustzijn, gelooft Grada, puur omdat boeren met elkaar over onderwerpen praten. “Als het niet is op de korte termijn, dan helpt het boeren zeker op de lange termijn. Er veranderen nou eenmaal dingen, neem de afbouw van de derogatie. Boeren kunnen altijd teruggrijpen op wat ze hebben geleerd, over goed bodembeheer bijvoorbeeld: dit zou ik kunnen proberen.”

Ook het ANLb profiteert, ook al zijn studiegroepen niet altijd direct op ANLb-thema’s gericht. “Maar als de kwaliteit van de bodem goed is, dan heb je een gevarieerde grasmat en een beter bodemleven, en daar profiteert die weidevogel ook van. Het zijn communicerende vaten.”

Tenslotte vergroten de studiegroepen de natuurinclusieve olievlek. “Een heel leuk voorbeeld is een studiegroep in de Beemster, op initiatief van een lid. De Beemster is een echt productiegebied met dure grond. Dat lid zei: ik zou heel graag willen onderzoeken welke stappen we kunnen zetten met regeneratieve landbouw, zonder dat het ten koste gaat van ons verdienmodel. Wij hebben toen gezegd: als jij een groep enthousiaste boeren kunt verzamelen, willen wij die studiegroep wel helpen opzetten. Die boer heeft een appje uitgedaan en inmiddels draait die studiegroep al vijf jaar met een groep van dertien boeren – en dat zijn niet allemaal leden van ons. Heel leuk, zeker in zo’n wit gebied: zo krijgen we ook boeren buiten het ANLb betrokken.”

Handvatten nodig? Train-de-trainerdag

Wil je aan de slag met studiegroepen en kun je nog wat hulp gebruiken? BoerenNatuur organiseert train-de-trainerdagen voor studiegroepbegeleiders. Neem voor meer informatie contact op met Lieneke Bakker (studiegroepen@boerennatuur.nl).

22 maart 2024
Deel dit bericht
Geplaatst in:
Click to access the login or register cheese